De transformatie van het Heizelplateau is eind 19de eeuw van start gegaan.
Eind 19de eeuw: Leopold II besluit het Heizelplateau – een landbouwgebied – te verstedelijken. Via een beleid van aankopen en onteigeningen verkrijgt hij een uitgestrekt domein van bijna 200 hectare.
1926: Op zoek naar een plaats om de viering van de honderdste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid te organiseren, koopt Brussel het Heizelplateau van de Koninklijke familie. De stad heeft op dat moment al het plan om er een nieuw tentoonstellingscomplex van nationale en internationale dimensies te bouwen, want het Jubelpark wordt te klein geacht.
1930: Bouw van het Eeuwfeeststadion met 70.000 plaatsen (vandaag het Koning Boudewijnstadion).
1935: Ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling ontwerpt architect Joseph Van Neck 5 Paleizen. Er worden tal van beurzen en salons gehouden.
1958: De crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog hebben het onmogelijk gemaakt de Heizel te verkavelen. Hierdoor kan de tentoonstelling van 1958 op hetzelfde terrein worden gehouden en gebruikmaken van de bestaande infrastructuur. In de context van het toenemende aantal auto’s wordt het wegennet opnieuw vormgegeven. Er wordt begonnen met de bouw van de Brusselse Ring in de buurt van de tentoonstellingsterreinen om het verkeer naar Expo 58 te leiden. Het algemene plan wordt nu georganiseerd vanuit het Atomium, dat zich in het midden bevindt en door zijn afmetingen de hele site domineert. Ook het tentoonstellingspark wordt uitgebreid.
Jaren 80: Dankzij de aanwezigheid van het Koning Boudewijnstadion en de Tentoonstellingspaleizen wordt de sportieve en recreatieve bestemming van de site verder uitgewerkt.